Creatieve werkvormen - Kopen
Supermarktbezoek
Steekwoorden: winkel, producten, supermarkt
Niveau: A1, A2
Materiaal: kaarten met opdrachten bv:​ Noem 5 zuivelproducten. Wat is de goedkoopste verse groente.
Wat is de duurste alcoholische drank. Wat zijn de openingstijden.
Zijn er interessante aanbiedingen. Hoeveel kassa's zijn er. Waar vind je de koekjes. Enz.
Uitleg:
-
maak kleine groepen
-
geef elke groep verschillende opdrachtkaarten zodat ze elkaar in de winkel niet in de weg zitten
-
als de deelnemers er niet uitkomen moeten ze het personeel om hulp vragen
-
bespreek de antwoorden daarna met de hele groep
-
bespreek ook eventuele nieuwe woorden die ze zijn tegengekomen
Idee: Alternative Ways​
Ik heb nodig...
Steekwoorden: boodschappen, lijstje, reclame, supermarkt
Niveau: A1, A2
Materiaal: pen en papier, eventueel reclamefolders
Uitleg:
-
de begeleider vraagt de deelnemers wat ze de laatste keer in de supermarkt hebben gekocht
-
de begeleider schrijft de woorden op het bord
-
je kan ook 2 groepen maken en beide groepen om de beurt een artikel op te schrijven wat je in de supermarkt kan kopen
-
je kan met elkaar de reclamefolders bekijken en vragen stellen zoals:
-
wie kent deze supermarkt​
-
wie komt in deze supermarkt
-
wat koop je in deze supermarkt
-
-
laat de deelnemers in duo's een boodschappenlijstje maken voor een volgend winkelbezoek; de ene deelnemer bevraagt, de ander schrijft op
-
de deelnemers lezen hun lijstje voor
Link: Babbeldoos​
Wat verkoopt deze winkel?
Steekwoorden: winkel, producten
Niveau: A1, A2
Materiaal: lijst met winkelnamen
Uitleg:
-
laat de deelnemers de lijst met winkelnamen zien
-
de deelnemers vertellen wat voor winkel het is (voor soorten winkels, zie creatieve werkvorm Winkelaanbod op deze pagina)
-
je kan de deelnemers daarna verschillende producten laten noemen die in die winkel te koop zijn
-
vervolgens kan je vragen of ze zelf wel eens in die winkel komen en wat ze daar kopen
-
voorbeeld winkelnamen: Praxis, Kruidvat, Bruna, Mediamarkt, C1000, C&A, Albert Heijn, van Haren, Ikea, Gamma, Gall & Gall, Kwantum, Hema, Aldi, Karwei, H&M, Etos, Bijenkorf
Idee: Opmaat/Sanne​
Praatplaat - Markt
Steekwoorden: markt, praatplaat, boodschappen
Niveau: A1, A2, B1
Materiaal: praatplaat, te downloaden via de link
Uitleg:
-
praatplaten vormen een leuke manier om de deelnemers aan het praten te krijgen.
-
in deze praatplaat is van alles te zien: betalen, pinnen, groente, haring, meeuwen, enz.
-
je kunt de praatplaten gebruiken om de woordenschat te vergroten en de deelnemers te laten beschrijven wat ze zien.
-
je kunt deelnemers laten vertellen wat ze zien en zo (eenvoudige) zinnen laten maken
-
je kunt woorden noemen die de deelnemers moeten opzoeken, zoals scootmobiel, haring, meeuw, enz.
-
ook kan je de praatplaat gebruiken om te oefenen met woordvolgorde door ze langere zinnen te laten maken
-
bij hogere niveaus kan je ze ook zinnen laten opschrijven
Link: Praatplaat
Reclamefolders
Steekwoorden: reclame, folder, kilo, pond, supermarkt
Niveau: A1, A2
Materiaal: reclamefolders
Uitleg:
-
werkvorm die geschikt is om het thema eten & drinken of kopen af te sluiten
-
laat de deelnemers een reclamefolder meenemen van hun supermarkt
-
zoek eerst met elkaar naar woorden die ze de afgelopen weken hebben geleerd
-
zoek daarna naar een nieuw woord
-
deze nieuwe woorden schrijft de begeleider op het bord
-
daarna zoekt iedereen naar de tomaten (of ander voedsel) in de folder
-
welke supermarkt is het goedkoopst
-
sta ook stil bij de verschillende hoeveelheden bij producten
Link: Zinmaker
Winkelaanbod
Steekwoorden: winkels, producten, verkoop
Niveau: A1, A2, B1
Materiaal: eventueel plaatjes van verschillende winkels, bv de praatplaat van de supermarkt en de kledingwinkel
Uitleg:
-
afhankelijk van het niveau kan je eerst plaatjes van winkels laten zien om deelnemers op gang te helpen
-
laat de deelnemers zoveel mogelijk producten opnoemen die je in een winkel kan kopen
-
je kan ze ook in duo's zoveel mogelijk woorden laten opnoemen
-
bespreek daarna de belangrijkste woorden per winkel
-
voorbeelden:
-
de slager/de slagerij​
-
vlees: het varkensvlees, het rundvlees, het gehakt, het lamsvlees, de rollade...​
-
vleeswaren: de ham, de salami, de paté...
-
-
de bakker/de bakkerij​
-
brood: het witbrood, het bruine brood, het volkoren brood, het stokbrood, de krentenbol, de croissant, het bolletje...​
-
koek/gebak: de taart, de cake, de vlaai, de stroopwafel, de koekjes...
-
-
de groenteboer​
-
groente: de sla, de prei, de boontjes, de andijvie, de snijbonen, de ui, bloemkool, de spinazie, de komkommer, de paprika, de aardappel... ​
-
fruit: de appel, de peer, de sinaasappel, de banaan, de mandarijn, de aardbei, de kers, de framboos, de druif, de meloen, de ananas
-
-
de kaaswinkel​
-
jonge kaas, belegen kaas, oude kaas, brie, Leerdammer, Goudse kaas, camembert...​
-
-
de poelier​
-
de kip, de kipfilet, de kippenpoot, de kippenbout, het ei, de eieren​
-
-
de slijter/de slijterij​
-
het bier, de rode wijn, de witte wijn, de rosé, de port, de jenever, de whisky...​
-
-
de supermarkt​
-
de melk, de spaghetti, het wc-papier, de thee, de suiker, de boter, de ketchup, de olie, de vuilniszakken...​
-
-
de schoenenzaak​
-
de schoen (schoenen), de laars (laarzen), de sok (sokken), de pantoffel (pantoffels)​
-
-
de kledingwinkel​
-
de broek, de rok, de jurk, de spijkerbroek, de trui, het overhemd, het shirt, het t-shirt, de blouse, het pak, het kostuum, het colbert, het vest, de jas, de sjaal, de handschoen, de stropdas, de pyjama, het ondergoed...​
-
-
de drogist/de drogisterij​
-
de aspirine, de shampoo, de make-up, de keeltabletten, de douchecrème, de lippenstift, de pleister...​
-
-
de elektronicawinkel​
-
de televisie, de cd-speler, de dvd-speler, de dvd-recorder, de cd-rom, de mp3-speler, de computer, de laptop, de printer...​
-
-
de bouwmarkt​
-
de hamer, de schroef, de schroevendraaier, de boormachine, de zaag, de spijker, de plug, het hout, de tegel, het cement...​
-
-
de boekwinkel​
-
het boek, het tijdschrift, de krant, de kalender, het papier...​
-
-
de bloemenzaak​
-
de bos bloemen, de tulp, de roos, de plant, de potgrond...​
-
-
de juwelier​
-
de ring, de oorbel, de armband, de halsketting, het horloge...​
-
-
het warenhuis​
-
de tas, het speelgoed, het dekbedovertrek, het servies, de handdoek, de kleding... ​
-
-
de meubelzaak​
-
de stoel, de bank, de tafel, de eettafel, de salontafel, de fauteuil, de boekenkast, het bijzettafeltje, het bureau, de kruk, de kast...​
-
-
Idee: Opmaat/Sanne
Supermarktsafari
Steekwoorden: supermarkt, fruit, groenten, brood, aanbieding, eten, drinken, boodschappen
Niveau: A1, A2
Materiaal: vel met vragen
Uitleg:
-
de hele groep gaat naar de supermarkt
-
de begeleider geeft iedere deelnemer een vel met vragen
-
kan ook in duo's
-
de opdrachten kunnen verschillend zijn, zoals een antwoord opschrijven, een foto maken, een zin vormen, iets opzoeken
-
voorbeeldvragen:
-
maak een foto van een groente die je vaak eet en een groente die je niet vaak eet, zet de naam erbij​
-
later kunnen ze er ook zinnen bij schrijven
-
hoeveel kosten de mandarijnen per kilo
-
welk brood vind jij lekker, maak een video
-
zoek een aanbieding
-
welke jam vind jij lekker, schrijf een hele zin op als antwoord
-
zoek de grootste pot pindakaas, hoeveel gram zit er in de pot
-
zoek het grootste pak toiletpapier, hoeveel rollen zitten er in
-
je kan de deelnemers ook een filmpje laten maken waarin ze vertellen over de groente die ze het lekkerst vinden.
-
Link: Madeliefspeelt